30 november 2006

De laatste tocht

Een crematie is nooit leuk, maar die in Brussel al helemaal niet.
Nu heeft ieder land en iedere geloofsrichting zijn eigen wijze van het betuigen van de laatste eer. Maar in Brussel word je er echt niet vrolijker op. Stel je voor dat je via een ingewikkelde route (zonder Tomtom is het crematorium beslist niet te vinden) uiteindelijk op de Avenue du Silence komt. Toepasselijke naam inderdaad. Deze straat die naar de begraafplaat annex crematorium leidt, staat vol winkels. Sommige bieden fraaie plastic boeketten aan ter deponering op de graven, een paar anderen zijn gespecialiseerd in grafstenen en hebben deze niet alleen in de showroom maar ook op een veldje naast de winkel uitgestald.
Het crematorium in het oudste van Belgie werd me verteld. Gezien de staat van de wachtkamer kwam me dat plausibel voor. De aula is klein met slechts enkele zitplaatsen. Nu is staan ook niet zo erg, maar bij een beetje belangstelling wordt dat wel buiten. En dan het condoleren; geen koffiekamer of wat dan ook. Het geschiedt op het voorpleintje in de openlucht, waarbij ook de volgende stoet langs komt. Een curieuze gewaarwording. In ieder geval bleef ons de ondrinkbare crematorium-koffie met het obligate plakje natte cake bespaard. In een wegrestaurant hebben we maar een afzakkertje gehaald.

Eurocraten

De Europese Commissie heeft maar heel weinig ambtenaren in dienst; minder dan 20.000. Dat is ongeveer evenveel als van een grote stad, zoals Rotterdam of Amsterdam. En dat voor zo'n groot gebied als de Europese Unie. De lidstaten en het Europees Parlement geven de Commissie bijna geen kans om meer ambtenaren aan te trekken. Daarom doet de Commissie een flink beroep op de buitenwereld. Daar zit veelal wel kennis van zaken en als je maar naar iedereen luistert komen onderlinge tegenstellingen vanzelf naar boven en wordt eigen belang zoveel mogelijjk geneutraliseerd.

Het grootste deel van de ambtenaren werkt in het Europese kwartier in Brussel. Rond het gebouw van de Commissie (het Berlaymont gebouw op Place Schuman) zijn heel wat directoraten-generaal gevestigd. Dat Europese kwartier gonst overdag van de drukte. Veel ambtenaren worden ontboden in het Europees Parlement of moeten overleg voeren bij een ander DG. En dus wordt er heel wat afgewandeld door de Eurocraten. Die zijn overigens vrij makkelijk te herkennen. Want je moet je toch onderscheiden van het toeristenvolk, of nog erger de gewone Brusselaren. Eurocraten wandelen vooral met hun jas open en laten duidelijk hun badge zien die aan een koord om de nek bungelt. Sommige badges geven ook gratis toegang tot het openbaar vervoer. En dus zie je de Eurocraten ook in bus en metro in vol ornaat.

Maar 'savonds is het weer afgelopen. Dan kun je een kanon afschieten in de Europese wijk. Want er wordt daar alleen maar gewerkt en niet gewoond.