26 februari 2007

 
Posted by Picasa

10 januari 2007

Waterloo

Eens van je leven moet je er geweest zijn: Waterloo. Nu dragen zo'n 124 steden over de wereld deze naam, maar ik bedoel het Belgische slagveld. Het dorpje op zo'n 20 minuten ten Zuiden van Brussel brengt ons terug naar 18 juni 1815 toen Napoleon en het Franse leger verslagen werden door een alliantie van Engelsen, Nederlanders,Pruisen en Oostenrijkers. Europa op voorhand, zou je bijna zeggen. Zoals te verwachten is ook het bezoek aan Waterloo flink vercommercialiseerd. Het dorp Waterloo herbergt het hoofdkwartier van Wellington, van waaruit hij de overwinning naar Londen berichtte. Vandaar de naam Slag bij Waterloo. De plaatselijke VVV is direct bereid je een bezoekerspas voor zowel de hoofdkwartieren van Wellington en Napoleon (8 km zuiderlijker) als het slagveld zelf te verschaffen. Dat slagveld (ruim 4 km onder Waterloo)staat bij ons beter bekend als Quatre Bras, althans zo moest ik dat op school leren. Nu wordt het aangeduid als Le Butte de Lion, de leeuwenheuvel, die Koning Willem I liet maken ter ere van zijn zoon, de Prins van Oranje(de latere Koning Willem II). Behalve deze heuvel heeft de toeristen cultus ook een wassenbeeldenmuseum, een geschilderd 360 graden Panorama, een audiovisuele show, een toeristentrein die het slagveld rond rijdt en twee restaurants voortgebracht. Natuurlijk moet je de heuvel beklimmen, het uitzicht is inderdaad fraai en de bronzen leeuw indrukwekkend. Ook het geschilderde panorama (met oorverdovend kanongebulder)is aardig hoewel van niet al te artistieke kwaliteit. Daarvoor kun je beter Panorama Mesdag in Den Haag bezoeken. Het wassenbeeldenmuseum heeft betere tijden gekend. Maar bij al deze gelegenheden wordt de slag uitvoerig uit de doeken gedaan, waarbij ik me nooit zo de prominente rol van de Prins van Oranje gerealiseerd heb. Hij heeft inderdaad in de voorste linies gevochten op cruciale momenten en is daarbij gewond geraakt. Kortom Napoleon vond daar zijn Waterloo, na een veldslag met 300.000 mannen uit 7 landen.
Het slagveld is eigendom van de Waalse overheid,die de exploitatie heeft uitbesteed aan een Franse onderneming. En dat is goed te merken. Want na iedere bezienswaardigheid kun je slechts via de souvenirshop de uitgang vinden. Zo'n winkeltje is vrijwel geheel gevuld met afbeeldingen van Napoleon in allerlei soorten en maten. Ik vond het aan mijn nationaliteit verplicht iets van de Prins van Oranje te kopen, maar helaas. Nergens een conterfeitsel, afbeelding of wat dan ook. Wie heeft er eigenlijk de slag verloren, zo vroeg ik mij vertwijfeld af! Dit lijkt de omgekeerde wereld. Nu is me de bescheidenheid van de Fransen redelijk bekend, maar dit gaat toch wel erg ver. Sterker nog, het lijkt gezien de gedenkstenen en verwijzin gsbordjes wel of de leeuwenheuvel ter ere van Napoleon is opgericht in plaats van een trotse vader, die overigens er verder niet in slaagde de Belgen aan zich te binden. Ook dat is in de verschillende uitstallingen van de slag goed te zien. Het Nederlandse leger wordt via vlaggetjes beschreven als Nederlands/Belgisch leger, en dat terwijl Belgie toen nog helemaal niet bestond!
Het bezoek aan Napoleons laatste hoofdkwartier, 4 km verder deed verder de deur dicht. Uitsluitend Napoleon verheerlijking met een aantal van zijn persoonlijke bezittingen. Het museum heeft zelfs een boomgaard voor "Napoleontische kampeerders", die zich in oude uniformen hijsen en zo een keizerlijke garde vormen.
Maar daar kunnen de Belgen trouwens zelf ook wat van; jaarlijks wordt op 17 en 18 juni de hele slag nagespeeld in historische uniformen. Gedurende de beide zomermaanden is het zelfs ieder weekend raak. Dan zijn er demonstraties van cavalerie, infanterie en kanonschoten door de artillerie.
En de held van Quatre Bras, de Prins van Oranje, die wordt maar zoveel mogelijk vergeten want dat zou de taalstrijd maar weer doen oplaaien. De taalgrens loopt hier slechts enkele kilometers vandaan...

05 december 2006

De burgemeester slaat weer toe

De gemeente Etterbeek heeft na de verkiezingen haar populaire burgemeester Vincent de Wolf (overigens zo Waals als het maar kan)herkozen. Na 16 jaar in het ambt mag hij nog een periode. En daar moet je dankbaar voor zijn. Dat is de burgemeester; hij heeft alle Etterbekenaren uitgenodigd voor de St.Sylvester-avond. Dat is 31 december a.s. Dan wordt een groots buffet gehouden in de raadzaal van de gemeente. Het wordt een Grand Buffet gevolgd door een Soiree dansante tot in de kleine urtjes van het nieuwe jaar. Het buffet bestaat uit 3 soorten voorgerechten, 15 soorten hoofdgerechten en een dessert van zo'n 8 a 10 assortimenten. Hoewel zwaar gesponsored door de middenstand en brouwer Jupiler bedragen de kosten 55 euro voor leden van de vereniging "sociaal-recreative activiteiten van de burgemeester van Etterbeek" en 65 euro voor niet-leden. Deze fanclub van de burgemeester zorgt ook voor de kinderen die een eigen diner in de kelder krijgen.
Hoezoo vervreemding van de politiek of zwevende kiezers? Gewoon een leuke partij door je fanclub laten organiseren! Zo doe je dat.
Als Deetman in Den Haag nog een termijn ambieert,dan adviseer ik hem in de leer te gaan bij zijn confreres hier in Brussel. Dan wordt de raadzaal in het ijspaleis ook eens rond de jaarwisseling gebruikt. Maar dan moet je wel een goede fanclub hebben...

30 november 2006

De laatste tocht

Een crematie is nooit leuk, maar die in Brussel al helemaal niet.
Nu heeft ieder land en iedere geloofsrichting zijn eigen wijze van het betuigen van de laatste eer. Maar in Brussel word je er echt niet vrolijker op. Stel je voor dat je via een ingewikkelde route (zonder Tomtom is het crematorium beslist niet te vinden) uiteindelijk op de Avenue du Silence komt. Toepasselijke naam inderdaad. Deze straat die naar de begraafplaat annex crematorium leidt, staat vol winkels. Sommige bieden fraaie plastic boeketten aan ter deponering op de graven, een paar anderen zijn gespecialiseerd in grafstenen en hebben deze niet alleen in de showroom maar ook op een veldje naast de winkel uitgestald.
Het crematorium in het oudste van Belgie werd me verteld. Gezien de staat van de wachtkamer kwam me dat plausibel voor. De aula is klein met slechts enkele zitplaatsen. Nu is staan ook niet zo erg, maar bij een beetje belangstelling wordt dat wel buiten. En dan het condoleren; geen koffiekamer of wat dan ook. Het geschiedt op het voorpleintje in de openlucht, waarbij ook de volgende stoet langs komt. Een curieuze gewaarwording. In ieder geval bleef ons de ondrinkbare crematorium-koffie met het obligate plakje natte cake bespaard. In een wegrestaurant hebben we maar een afzakkertje gehaald.

Eurocraten

De Europese Commissie heeft maar heel weinig ambtenaren in dienst; minder dan 20.000. Dat is ongeveer evenveel als van een grote stad, zoals Rotterdam of Amsterdam. En dat voor zo'n groot gebied als de Europese Unie. De lidstaten en het Europees Parlement geven de Commissie bijna geen kans om meer ambtenaren aan te trekken. Daarom doet de Commissie een flink beroep op de buitenwereld. Daar zit veelal wel kennis van zaken en als je maar naar iedereen luistert komen onderlinge tegenstellingen vanzelf naar boven en wordt eigen belang zoveel mogelijjk geneutraliseerd.

Het grootste deel van de ambtenaren werkt in het Europese kwartier in Brussel. Rond het gebouw van de Commissie (het Berlaymont gebouw op Place Schuman) zijn heel wat directoraten-generaal gevestigd. Dat Europese kwartier gonst overdag van de drukte. Veel ambtenaren worden ontboden in het Europees Parlement of moeten overleg voeren bij een ander DG. En dus wordt er heel wat afgewandeld door de Eurocraten. Die zijn overigens vrij makkelijk te herkennen. Want je moet je toch onderscheiden van het toeristenvolk, of nog erger de gewone Brusselaren. Eurocraten wandelen vooral met hun jas open en laten duidelijk hun badge zien die aan een koord om de nek bungelt. Sommige badges geven ook gratis toegang tot het openbaar vervoer. En dus zie je de Eurocraten ook in bus en metro in vol ornaat.

Maar 'savonds is het weer afgelopen. Dan kun je een kanon afschieten in de Europese wijk. Want er wordt daar alleen maar gewerkt en niet gewoond.

14 september 2006

Verrrasende verkiezingsfolklore

Omstreeks dezelfde tijd dat in Nederland nieuwe Kamerverkiezingen worden gehouden, midden november dus, gaat in Belgie hetzelfde gebeuren voor de gemeenteraden. En dat is leuk en spannend. Brussel bestaat uit 19 verschillende gemeenten en dus valt er heel wat te beleven. Mijn appartement bevindt zich op de kruising van maar liefst vier gemeenten, maar laat ik me beperken tot mijn eigen gemeente: Etterbeek. Op mijn brievenbus in de voordeur staat een sticker geplakt dat ik geen publicité wens. Maar daar valt gemeente- en verkiezingspubliciteit uiteraard niet onder. Veel verschil tussen die soorten publiciteit is er overigens niet. Zo is hier de meest populaire partij de Liste du Bourgmestre, de Burgemeesterspartij dus. En meneer Vincent de Wolf zit hier al 16 jaar stevig in het zadel. De lijst zit met 18 zetels op 33 in de gemeenteraad. Hoe hij dat fikst? Dat is me gebleken. De burgemeester zet zich uiteraard voor het volle arsenaal aan dorpsgeneugten in: ziekenhuis, speelplaats, gehandicapten voorzieningen etc. Maar om zich wederom van stemmen te verzekeren heeft hij een echt Belgisch wapen: het Bal du Bourgmestre, waar alle Etterbekenaren welkom zijn (weliswaar tegen betaling van 25 euro). Daar kan men in de sporthal genieten van muziek, eten en drinken. Maar ziet, de PS (partie socialiste) slaat terug met een nog mooier feestje met maar liefst negen muzikale groepen en en klassieke pianiste. En geen buffet maar keurig gedekte tafels, want daar zijn de Belgen erg gevoelig voor. De entree is gratis, maar het eten en drinken niet. Dat is pas echt socialisme! Het veelal in het Frans gestelde propagandamateriaal rept overigens nauwelijks over werkelijk inhoudelijke punten. Of het moest zijn om niet te beinvloeden factoren als woningen betaalbaar te houden en iedereen werk te verschaffen. En cultuur, die moet feestvieren, aldus nr 5 op de lijst. Candidaten voeren een persoonlijke campagne, zoals nr 35 van de Groene Partij die persoonlijk een debat aangaat met Europarlementarier David Cohn-Bendit, de voorman van het Franse studentenoproer in 1968.
Maar vandaag heeft de burgemeester weer een rake klap in het verkiezingskamp uitgedeeld en een stencil in mijn bus laten stoppen dat iedere bezoeker van mij hier in Etterbeel 2 uur gratis mag parkeren i.p.v. slechts een enkel uurtje. Kijk, dat maakt Etterbeek een vriendelijke gemeente voor iedereen en daarmee win je pas echt stemmen. Auto- en inwonervriendelijk zijn ze hier.

02 augustus 2006

Rare lui, die Belgen

Met een kleine variant op Asterix en Obelix blijf ik me iedere dag verbazen over onze Zuiderburen. Er gaat een bekende grap rond dat Belgie eigenlijk nog maar twee inwoners heeft: de Koning en de Koningin. De rest is Vlaming of Waal. Of Brusselaar, want laten we het Hoodstedelijk Gewest Brussel, zoals het officieel heet vooral niet vergeten. Dit gewest bestaat uit 19 afzonderlijke gemeenten, hoewel een argeloze bezoeker dat totaal niet door heeft.
Zo woon ik in Etterbeek, maar de overkant van de Linthoutstraat ligt in de gemeente Woluwe St. Pierre en om de hoek gaat dit over in de gemeente Schaarbeek. Wat kan het je schelen, hoor ik de Brussel-bezoeker zeggen. Maar het geeft best wat problemen. Want in de gemeente Etterbeek heb ik een pasje voor gratis parkeren, maar dat is aan de overkant van de straat al niet meer geldig, laat staan om de hoek...
Brussel is van oorsprong een echte Vlaamse stad. Dat zal iedereen die midden op de Grote Markt staat mij kunnen bevestigen. Maar in de loop der eeuwen is Brussel midden in het Vlaamse land geheel verfranst. En nu spreekt 90% van de autochtone bevolking van Brussel de Franse taal. Alleen een enkeling die van buiten Brussel in de hoofdstad werkt spreekt Nederlands. (Zeg vooral geen Vlaams of nog erger: Hollands). En dat betekent in de winkels dat je je op je beste Frans moet uiten. En als dat niet lukt, dan maar Engels. Want ik heb nog nauwelijks kunnen ontdekken dat een Brusselaar echt Nederlands probeert te spreken. Met al dat internationale volk is Engels immers veel makkelijker.

Maar terugkomend op die 18 andere gemeenten in het Hoofdstedelijk Gewest kan geconstateerd worden dat die het financieel niet makkelijk hebben. Ze worden kort gehouden en dus moet je daar Belgische creativiteit op los laten. De gemeente Schaarbeek, waar mijn kantoor ligt spant m.i. de kroon. Die hebben een ultieme vondst bedacht om de financiele nood te lenigen: een belasting op het gebruik van je eigen computerscherm! En als je dan denkt dat dit een vast bedrag per scherm betreft heb je het mis; deze belasting wordt per vierkante meter kantoorruimte die je bezet berekend. Rare lui, die Belgen!

06 juni 2006

EU-domein

Het internet is van oorspong een Europese uitvinding, maar de Amerikanen komt de eer toe de toepasing op wereldniveau te hebben getild. Vanuit de USA is de indeling in de verschillende domeinen bedacht, zoals: .com voor de zakelijke wereld, .edu voo het onderwijs en .gov voor de overheid. En verder heeft ieder land zo zijn eigen domein. Zo lag .nl voor Nederland voor de hand, maar hoe zou de Europese Unie nu gekwalificeerd moeten worden?
Onderbrengen in het overheidsdomein van de USA (.gov dus) zou een wel erg ondergeschikte positie aangeven. Daarom werd destijds bedacht dat alle omvangrijke Europese databanken, waar we hier in Brussel dagelijks veelvuldig gebruik van maken onder het domeinnaam .int (van internationale instellingen)geschaard zou moeten worden. Ook de e-mail adressen van de Europese ambtenaren eindigden allemaal op: eu.int. Maar de Europese Unie wil meer zijn dan alleen een internationale instelling!

Logisch dus dat onlangs werd besloten een eigen Europese domeinnaam in het leven te roepen, met als uitgang (makkelijk te raden): .eu
Heel mooi dus, maar nu de praktijk. Alle ongeveer 20.000 Europese ambtenaren hebben afgelopen maand hun e-mailadres zien veranderen. En dus moet iedereen, waaronder ikzelf, alle e-mailadressen van ambtenaren omzetten. Want aan het automatisch doorsturen kon de automatiseringsafdeling van de Europese Unie niet beginnen. Als je naar een EU-ambtenaar in Brussel wilt mailen pas dus op. Je mail aan het oude adres komt geheid terug!
Voor de websites van de Europese Unie geldt (bijna) hetzelfde verhaal. Als je via de hoofdpagina naar binnen gaat wordt je nog wel eens keurig omgeleid naar het juiste adres. Maar als je direct in een databank wilt zoeken gaat het mis. Eerst het adres (en dus ook je links) aanpassen.
Van eu.int naar .eu

Er is een klein lichtpuntje. De ingezetenen van de Europese Unie mogen nu zelf ook een eu-domeinnaam gaan voeren. Dus als de FME buiten de landsgrenzen wil opereren wordt het nieuwe webadres: www.fme.eu . Voor de zekerheid hebben we de naam alsvast gereserveerd.

26 mei 2006

Net even anders....

Het taalprobleem is aanzienlijk in Brussel. En daar bedoel ik niet alleen de verschillende officiele talen van de EU mee, maar net als bij Nederlanders die Duits leren (en omgekeerd), dat begrippen heel anders kunnen zijn dan je verwacht. Om bij de EU te blijven: de " Grondwet" is eigenlijk geen grondwet in onze zin, maar meer een "huishoudelijk reglement" van de EU. En de Commissie is geen commissie in onze zin van het woord, maar een uitgebreid ambtelijk apparaat. En zo kun je het Europees Parlement niet vergelijken met het Nederlandse. Er zijn voor dit parlement aanzienlijk minder mogelijkheden om mee te beslissen, laat staan dat het EP in alles het laatste woord heeft.
Ook zo misleidend is het begrip "richtlijn".In ons taalgebruik zou je denken dat dit een niet verplichtende lijn is waar iemand zich aan zou kunnen houden, maar niet perse noodzakelijk is. Niets is minder waar, en de Engelse vertaling is veel duidelijker: directive. Directief zou je dus kunnen zeggen. En daar heb je dan nog verschillende soorten in: geharmoniseerde of niet. En denk niet dat een geharmoniseerde richtlijn evenwichtiger zou zijn; nee in dit geval moet de lid-staat de richtlijn zonder eigen toevoegingen overnemen in de eigen wetgeving, zodat deze in alle lid-staten gelijk is. Opgelegde harmonie dus. Ook dat is een beetje anders dan je zou denken...

25 mei 2006

De FME in Brussel

Op Hemelvaartsdag 2006 is het stil In Brussel. Daarom is het een goede dag om deze blog te beginnen. Vanaf 1 januari 2006 heeft de FME een permanent kantoor in Brussel gevestigd. De keuze is gevallen op intrekken bij ORGALIME, onze Europese koepel in Brussel. Dat ligt voor de hand. Daar spelen de meeste onderwerpen die ons dagelijks bezig houden.
En in hetzelfde gebouw, dat eigendom is van onze Belgische zusterorganisatie Agoria zijn vele internationale organisaties gehuisvest, waar de FME mee te maken heeft.
Om te beginnen CEEMET, de Europese werkgeversorganisatie. Maar ook CECED (de witgoed organistie), ELC (licht), Europump (pompen) etc. Maar ook zusterorganisaties uit vele Europese landen zijn bij ORGALIME gevestigd. Te noemen zijn: Frankrijk, Duitsland, Italie en Zweden.

Meestal zenden dit soort landen een jonge medewerk(st)er (in Brussel zijn relatief veel jonge vrouwen werkzaam, hetgeen het werk er niet onplezieriger op maakt). Ik ben een absolute uitzondering. Na meer dan 15 jaar steeds op en neer naar Brusselse vergaderingen te hebben gereisd, heb ik me uiteindelijk daar gesetteld. Tot verbazing bijvoorbeeld van de secretaris-generaal van ORGALIME, die schreef dat het voor het eerst was dat een organisatie iemand zendt die ORGALIME niet hoeft op te leiden. Integendeel, Orgalime kan nu wat leren van een oude rot. Hoe het ook zei, wij hebben elkaar allemaal nodig in Brussel.
Er zijn zoveel onderwerpen en ontwikkelingen, dat je die onmogelijk allemaal zelf kunt volgen en behappen. Het grappige is dat de sfeer, noodgedwongen door de veelheid van onderwerpen, er een is van veel geven en nemen. Je kunt het je eenvoudigweg niet permitteren iets voor jezelf te houden. En natuurlijk hoef je het niet allemaal met elkaar eens te zijn. Maar het lijkt wel of het achterhouden van informatie een doodzonde is.

Ook het benaderen van ambtenaren is in Brussel geheel anders dan in Den Haag. Brussel met slechts zo"n 20.000 ambtenaren (all over Europe!) moet het hebben van expertise van buitenaf. Daarom zijn er zo veel adviesgroepen en zijn ambtenaren in voor extern advies. En dat willen velen de dames en heren graag geven. Het is een van de redenen voor onze aanwezigheid in Brussel. Men kan er van denken wat je wilt, maar zo werkt het nu neenmaal. Een brede orientatie om een zo groot mogelijk draagvlak te creeren.
En mijn vaste indruk is het dat Brusselse ambtenaren daarom veel toegankelijker en pleziewriger zijn dan hun Haagse soortgenoten. Een veel gehoorde klacht is het hier dat Haagse ambtenaren een van de moeilijkst toegankelijke zijn. Nu ja, dat wist ik wel, maar ik heb me dat in vergelijking met andere Europese landen nooit zo scherp gerealiseerd. En daarom is het werk in Brussel ook zo verrassend.

Willem Canneman